Soms lijkt het wel of bepaalde aandoeningen tijdsgebonden zijn. Alsof deze komen opzetten en een tijd later weer stilletjes onder de radar verdwijnen. In mijn jeugd kregen mensen die onder veel druk stonden een maagzweer of een hernia. Iets later in mijn studententijd kreeg men een muisarm, ofwel Repetitive Strain Injury (RSI). Nu zijn overspannenheid en burn-out aan de orde van de dag. Veroorzaakt stress de andere aandoeningen dan niet meer?
Veroorzaakt stress de andere aandoeningen dan niet meer?
Kan je onbewust klachten een bepaalde kant op sturen, omdat de rest van de maatschappij dat ook doet? Als dat zo zou zijn, is dat koren op de molen van mensen die dit soort klachten al niet zo serieus namen. Psychische klachten en burn-out worden immers geregeld als “eigen schuld” of “zwakte” gezien. Of zou er toch echt een tijdspecifieke veroorzakende factor zijn, speelt er een probleem van aanpassen aan nieuwe omstandigheden bijvoorbeeld?
Stress van vroeger
Jarenlang werd een maagzweer toegewezen aan teveel stress, totdat in 1982 de ‘echte’ oorzaak werd ontdekt, een bacterie. Ook de term RSI is inmiddels verouderd, het heet tegenwoordig KANS (klachten aan arm, nek en/of schouders), en bezit naar mijn idee niet meer de ‘populariteit’ die RSI ooit heeft gehad. Tegenwoordig vind je nog maar weinig anti-RSI hulpmiddelen en verschijnen er geen pop-ups meer op het scherm over te lange schermtijd. Het aantal aanmeldingen bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten van aandoeningen aan het bewegingsapparaat is fors gedaald de laatste jaren. Stressklachten zijn er altijd geweest, maar de klachten die er van komen lijken dus te veranderen.
Stress van nu
Vandaag de dag wordt stress en een net iets te drukke agenda zowel positief als negatief ervaren. We zijn graag ambitieus, doen veel, vervullen meerdere rollen en streven hoge doelen na. Het voelt goed als ons veel gevraagd wordt; dan worden we opgemerkt en erkent men dat je er toe doet. “Work hard, play hard” is niet langer het credo om na het presteren te kunnen ontspannen. Nee, het is er om na het werk ook in privé nog heel veel meer te kunnen presteren. De drukte geeft de status, de genoegdoening, maar helaas ook de klachten…
Daarnaast is er op veel werkplekken daadwerkelijk sprake van een grotere psychosociale werkbelasting dan vroeger. Targets, bereikbaarheid, beschikbaarheid, inzetbaarheid, leerbaarheid, meer en meer administratie en verantwoording, denkniveau, op al die vlakken wordt er nu vaak meer gevraagd dan vroeger.
Aanpassingsprobleem
Zouden het dan de grote veranderingen zijn waar wij ons moeilijk aan kunnen aanpassen? Het lijkt aannemelijk dat we RSI kregen toen we net massaal begonnen met langdurig in eenzelfde houding achter een beeldscherm zitten, zowel thuis als op het werk. Misschien krijgen we nu meer spanningsklachten of een burn-out, omdat wij nog niet gewend zijn om te dealen met de wens en innerlijke behoefte om zo bereikbaar en actief te zijn en we geen grenzen stellen aan onze impulsen en ambities. Vroeger werkten we van 9 tot 5 en was er automatisch meer rust na het werk. Momenteel moeten we dat zelf organiseren. Een kwestie van wennen?
Aanpassing is leerproces
De beste behandeling voor overspannenheid en burn-out is er nog niet. Wel zijn er al redelijk effectieve werkwijzen, vooral de combinatie van fysiologische benadering en psychologische aanpak lijkt veelbelovend. Fysiologisch gaat het erom het herstel van het stress-systeem te optimaliseren en inzicht te verschaffen in de werking van het lichaam. Vanuit psychologisch oogpunt is de uitdaging mensen te helpen hun zelfkastijding te stoppen door grenzen te leren stellen aan hun inzet, streefniveau te verlagen en assertiviteit en autonomie te vergroten. Hopelijk blijkt over enkele jaren dat de overspannenheid en burn-out goed te tackelen probleem zijn, en kunnen we door naar de volgende uitdaging.
Behoefte aan een intakegesprek?
Kenmerkend voor de behandeling van burn-out bij de bedrijfspsycholoog van Werkpsycholoog
- Geen wachttijden, cliënt kan direct beginnen.
- Begripvolle en tegelijkertijd stimulerende aanpak, op wetenschappelijke basis.
- Resultaatgerichte (ook wel ‘tijdcontingente’) werkwijze.
- Aandacht voor de situatie op de werkvloer en goed en regelmatig overleg met de werkgever.
- De werkgever kan vaak meer bijdragen dan in eerste instantie lijkt. Dit helpt het proces te versnellen en terugval te voorkomen.
Vraag hier een intakegesprek aan!
Met dank aan collega Bram Veldman, voor brainstorm en fact-checking.